De rol van sociale partners in het nieuwe pensioenstelsel
De sociale partners nemen eerst een aantal besluiten maar bij veel zaken betrekken zij uiteraard ook het pensioenfonds. De sociale partners zijn de werkgever UWV en de vakbonden (CNV, FNV, Novag, De Unie).
Besluiten die genomen moeten worden
Hoe gaat de nieuwe pensioenregeling eruitzien?
- Verhuizen alle pensioenen mee naar de nieuwe pensioenregeling?
- Krijgen deelnemers compensatie als ze erop achteruitgaan in vergelijking met de huidige pensioenregeling? En zo ja, hoe gaat dat eruit zien?
Nieuwe pensioenregeling uiterlijk 2028
Om de nieuwe pensioenregeling te kunnen invoeren, moeten de werkgever en de vakbonden met elkaar tot overeenstemming komen. Uiterlijk in januari 2028 moeten alle pensioenfondsen over zijn naar de nieuwe regels. Tot die tijd is er dus nog veel werk aan de winkel.
Gezamenlijk project
Dat doen cao-partijen (werkgever UWV en de vakbonden), ondersteund door het fonds, in een gezamenlijk project. Eén van de eerste stappen is de keuze voor het type pensioenregeling (solidaire of flexibele regeling). Cao-partijen hebben de definitieve keuze nog niet gemaakt, maar wel een voorlopige voorkeursrichting uitgesproken.
Voorkeursrichting nieuwe pensioenregeling UWV
Cao-partijen hebben een voorlopige voorkeur uitgesproken voor de ‘solidaire regeling met invaren’ als toekomstige pensioenregeling. Deze voorkeur geeft richting aan de voorbereidingen voor de overgang naar een nieuwe pensioenregeling. In de volgende fase starten cao-partijen met de uitwerking van de solidaire premieregeling mét invaren, als werkhypothese voor UWV.
Voorbereiding voorkeursrichting
Om naar die voorkeursrichting toe te werken hebben cao-partijen het afgelopen jaar een proces doorlopen. Dat startte met een beeld vormen van en visie op alle wettelijke contractmogelijkheden en vaststellen van hun belangrijkste uitgangspunten. Vervolgens zijn verschillende inzichten verzameld, onder andere voor verschillende ‘maatmensen’ (medewerkers, medewerkers die al uit dienst zijn en gepensioneerden).
Vervolg
Cao-partijen gaan de werkhypothese ‘solidaire regeling met invaren’ in meer detail uitwerken. In de volgende fases zullen alle belanghebbenden betrokken worden. Omdat er nog geen definitieve keuze is gemaakt, ook vanwege de wetgeving die nog niet definitief is, willen cao-partijen wel zicht houden op een alternatief naast de werkhypothese. De uitkomsten van de werkhypothese worden op verschillende momenten getoetst aan de uitkomsten van het alternatief, de ‘flexibele regeling zonder invaren’.
Vragen
Heb je vragen over het proces naar de nieuwe pensioenregeling? Mail ze dan gerust naar pensioentransitie@uwv.nl.